
GET CLOSER
If your photographs aren’t good enough
‘Als je foto’s niet goed genoeg zijn, sta je niet dichtbij genoeg,’ is de uitspraak van de oorlogsfotograaf Robert Capa, bekend door zijn iconische foto’s in de voorste linies. De foto van de sneuvelende soldaat, is zijn bekendste foto. Precies op het moment dat een soldaat wordt getroffen, drukt Capa af.
Ikzelf maak vaak gebruik van een goothoek als ik aan het fotograferen ben. Ik hou van de groothoek en de ongemakken die deze korte brandpuntsafstanden met zich meebrengen. Het dwingt je dichterbij te komen en maakt je een actieve deelnemer op je onderwerp in plaats van een voyeur op afstand. Lenzen veranderen je verbinding tot je onderwerp en de manier waarop je foto’s neemt.
Ik vraag me af hoe dichtbij kun je komen op het gebied van portretfotografie? Wanneer is het teveel?
Dit onderzoek is na aanleiding van het volgen van een een Masterclass “Het (zelf)portret” van Gerlo Beernink bij Stichting Beeldvoorziening.
INSPIRATIE
Heel vaak gaat een foto de mist in omdat de fotograaf te veel afstand bewaard. Niet alleen Robert Capa zat graag bovenop zijn onderwerp, ook Martin Parr. Hij werkt het liefst met een 35 mm lens en reportageflitser bij zijn straatfotografie. De fotograaf Platon is echt de meester in heel erg dichtbij fotografie. Hij werkt met een middenformaat camera met een 120 mm macro lens (75 mm full frame) voor zijn close-ups van de wereldleiders en een groothoeklens voor zijn extreme groothoek portretten.
Bij het gebruik van een groothoeklens wordt je bijna letterlijk gedwongen om dichter op je onderwerp te gaan staan. Doordat je er zo dicht opzit en dat de lens zo wijd is kan een groothoek kan de kijker de actie in zuigen, maximale impact geven en meer drama creëren. Vanwege de vertekening van de lens kan het er allemaal net iets bizarder uit komen te zien. Maar ook dit voegt toe aan de drama mogelijkheden van de lens.
Het nadeel van het werken met een groothoek is dat je goed moet opletten wat er allemaal in beeld is. Vanwege de vervorming zullen in de randen de rechte lijnen kromtrekken en in deze bolling schuilt ook een gevaar als je mensen fotografeert. Dit wordt vaak niet gewaardeerd door je model.
MIJN ONDERZOEK
Zelfportret alla Platon
Omdat ik niet het type Robert Capa ben die graag mee gaat met soldaten van de voorste linie, gewapend met 50 mm lens, leek het me het beste te beginnen met iets dat dicht bij mezelf ligt.
Platon zijn werk heeft veel overeenkomsten met mijn stijl en het lijkt me leuk te onderzoeken hoe ik dit kan combineren. Daarnaast is hij een meester in dichtbij fotografie.
De stijl van Platon is voornamelijk een high key contrastrijke zwart wit foto met een 100% witte achtergrond gemaakt met een groothoeklens vlak bij het onderwerp.
Recreëren van de stijl
Om deze Platon stijl te recreëren hebben we verbazingwekkend maar heel weinig apparatuur nodig. Hij gebruikt een witte achtergrond, een witte diffuse paraplu en een groothoeklens. De paraplu staat onder een hoek van 45 graden vlak boven het model. De fotograaf staat ertussen gesandwicht met de paraplu tegen zijn hoofd gedrukt. Naast het model staan twee zwarte vlaggen om extra contrast te verkrijgen tussen de achtergrond en het model.
Hoe kan ik deze stijl combineren met die van mij
Het imiteren van andere fotograven helpt je verder je stijl te ontwikkelen en je kennis te vergroten. Daar is niet mis mee. Het is wel van belang dat de fotograaf er zijn eigen unieke draai aan geeft, anders loop je de kans dat het als plagiaat wordt gezien.
Ook al geeft het veel rust, het nadeel van 100% witte achtergrond is dat je diepte mist. Er zijn geen schaduwen en er is geen horizon. Als het lichaam er niet helemaal opstaat is dat geen probleem, maar als dat er wel het geval is hebben we de schaduw nodig, anders zweeft het model in een oneindige witte ruimte.
Ik heb gekozen voor een grijze achtergrond met een zwart wit geblokte vloer. Deze vrijmetselaars vloer geeft een extra dimensie aan de foto, dat weer mooi past bij de zwart witte schoenen. Boven het model zit een extra spotje zodat hij loskomt van de achtergrond.

Een stapje verder
Hoe dichtbij kunnen we komen met een camera en een groothoeklens? Technisch gezien is de minimale focus afstand van de 14-24 lens is 28 cm. Als we het diafragma op F11 zetten is scherptediepte limit 19,4 cm.
Tijdens het maken van mijn zelfportret, stond ik er zo dicht op, dat ik het gevoel had mijn neus de lens aan zou raken. Ik kan me voorstellen dat dit erg intimiderend is voor het model.
Wanneer we de lens op diafragma F22 zetten kunnen we op een scherpte limiet van 15,1 cm komen, dit terwijl de lens maar 13,5 cm lang is.

Spelen met de mogelijkheden
Nu ik mijn gezicht fotografisch maximaal vervormd heb, vraag ik me af of ik nu ook mijn hele lichaam als profielfoto kan gebruiken. Daarbij is het natuurlijk wel belangrijk dat mijn gezicht groot en herkenbaar genoeg is, dus dan kunnen we het beste van bovenaf fotograferen.
Hiervoor heb ik het statief op de allerhoogste stand gezet. En zelfs nog wat hoger, met alle risico’s van dien. De softbox heb ik in dezelfde 45 stand gelaten, waardoor het licht nu recht van boven lijkt te komen als ik in de camera kijk. Hierdoor is het voor een brildrager zoals lastig om geen reflectie van de softbox in je glazen te krijgen.
Achteraf was het misschien beter geweest de softbox
in een hoek van 90 graden te zetten, zodat mijn gezicht weer onder een hoek van 45 graden zou komen te staan.
Met een rol Deep Yellow achtergrond papier heb ik er toch weer mijn eigen draai er aangegeven.

CONCLUSIE
Ik vindt het heerlijk om nieuwe dingen uit te proberen, maar ondertussen blijf ik ook graag bij het oude vertrouwde. Je wilt graag meteen iets maken wat dezelfde kwaliteit heeft als je voorafgaande werk, maar dit is vaak niet mogelijk omdat je daar nog niet genoeg ervaring er mee hebt. Spelen en veel fouten maken is een belangrijk onderdeel van het leerproces.
Dit onderzoek is na aanleiding van het volgen van een een Masterclass “Het (zelf)portret” van Gerlo Beernink bij Stichting Beeldvoorziening.